Op straat een eenvoudig praatje maken met elkaar. Het komt volgens Claudia Brugman niet vaak meer voor, terwijl veel mensen om haar heen zich eenzaam voelen. Vandaar dat zij ‘Straotpraot’ oprichtte, plat Utrechts voor ‘straatpraat’. ‘Een praatje heeft enorm veel waarde.’
De straat op in Zuilen
Claudia woont al 25 jaar in Zuilen en kent de wijk dus op haar duimpje. Ze voelt zich erg verbonden met haar wijk en Utrecht in het algemeen. Door haar ziekte MS kwam ze zes jaar geleden thuis te zitten. Sindsdien is ze veel op pad in de wijk met haar aangepaste fiets en dierbare hond. Claudia: ‘Ik hou van een praatje, dus stopte ik zo nu en dan bij mensen en maakte zelf contact.
Mijn project is eenvoudig en ludiek. Ik zit met een klaptafel, stoel en koffie op een meestal vaste plek in Zuilen. Die plek versier ik met vlaggetjes en dan wacht ik gewoon op mensen. Het enige wat ik aan ze vraag is: “Zin in koffie?” Gesprekken komen dan vanzelf op gang. Mensen vertellen mij vertrouwelijke dingen, ik luister vaak alleen maar. Ik ben de sociaal makelaar van de straat. Door mijn project heb ik ook veel contact met het wijkbureau; mensen weten me te vinden.
Echt contact
Mensen meer in contact brengen met elkaar vind ik belangrijk. Een praatje is van waarde voor mij en de ander. We leven in een moderne maatschappij; iedereen heeft een mobiele telefoon. Dit is niet per definitie slecht, maar met name jonge mensen zijn daar zó veel mee bezig. We hebben meer communicatiemiddelen dan ooit, maar daardoor zijn we juist contactarmer geworden. Met mijn project wil ik daar verandering in brengen. Als je écht praat met mensen, wordt de onbekende andere een bekende en ziet de samenleving er anders uit.
Vrijwilligerswerk is noodzakelijk
De rode draad in mijn leven is altijd sociale dienstverlening geweest. Ik heb bij de politie gewerkt, in het theater, ben bloemist geweest. En ik heb knuffels ingezameld voor kinderen wereldwijd; daar heb ik een stichting voor opgericht. Die stichting is vanwege mijn gezondheid inmiddels opgedoekt, maar wereldwijd hebben 200.000 kinderen een knuffelbeest gekregen. Fantastisch! Ander vrijwilligerswerk doe ik voor Terre des Hommes. Ik richt hun etalage in op de Amsterdamsestraatweg. Door dit werk zie ik als eerste wat er binnenkomt aan kleding en hiermee kan ik mijn voordeel doen met mijn kleine beurs.
Vrijwilligerswerk is zo noodzakelijk. Ik ben een een-pitter. Ik zou wegkwijnen thuis als ik niets zou doen. Ik heb veel planten, ik zorg voor dieren. “Ga voor iets zorgen,” geef ik als advies aan mensen. Je moet je bed uitkomen om de kat te aaien, je vogel eten te geven of iemand te bezoeken.
Mijn volgende doel voor Straotpraot is niet één tafel in de wijk neer te zetten, maar meerdere tafeltjes, zodat anderen ook gaan straotpraoten. En wie weet, door heel Utrecht heen, ooit. Ik blijf dromen.’
Interview: Anne Wagemaker
Foto’s: VC Utrecht/Joris Louwes